Gemeenten willen zicht op het resultaat van geboden ondersteuning en met aanbieders op zoek gaan naar mogelijkheden voor kwaliteitsontwikkeling.
Het werken met resultaatindicatoren past bij methodisch werken, het werken aan doelen en het meten van voortgang en resultaten. Dit staat centraal bij alle zorg- en ondersteuningsproducten in de integrale raamovereenkomst Jeugd, Wmo en MO/BW GGZ. De resultaatindicatoren waarover aanbieders periodiek gegevens aanleveren zijn Uitval, Clienttevredenheid en Doelrealisatie.
Keuze indicatoren
De resultaatindicatoren zijn ontwikkeld in het jeugddomein en zijn daar inmiddels onderdeel van de set beleidsinformatie die aanbieders twee keer per jaar verplicht aan het CBS aanleveren. De zorgregio sluit qua definities en aanlevertermijn aan bij het CBS.
Sinds 2019 ontwikkelen we met de grootste jeugdaanbieders uit de regio het middel resultaatsturing. De bedoeling is om op termijn alle jeugdaanbieders te bevragen over resultaat. In de pilot Resultaatsturing was het oorspronkelijk de bedoeling dat na de opstart met jeugdhulpaanbieders, in 2020 ook de WMO aanbieders zouden aansluiten. De pilot is echter nog volop in ontwikkeling, en we zijn nog op zoek naar hoe we deze goed vorm moeten geven. Daarom is de aansluiting van WMO aanbieders tot nader bericht uitgesteld.
Doel
De informatie over de resultaten van de ondersteuning gebruiken gemeenten om zicht te krijgen op de resultaten die geboekt worden met de ingezette ondersteuning. Door aan de hand van cijfers in gesprek te gaan over de geboekte resultaten komt er meer zicht op de mogelijkheden voor verbetering bij gemeenten, toegangen en aanbieders.