Jeugdbeschermingstafel (JBT)

Als er zorgen zijn over de ontwikkeling van uw kind(eren) en het met inzet van de huidige hulpverlening niet lukt om de situatie te verbeteren, kan er een aanmelding gedaan worden bij de Jeugdbeschermingstafel. 

De lokale toegang van de gemeenten (in samenwerking met zorgaanbieders), leerplichtambtenaren, Veilig Thuis en de Jeugdbescherming kunnen dit verzoek doen wanneer zij: 

- Zorgen hebben over de ontwikkeling en/of veiligheid van een kind. 
- Hulpverlening in het vrijwillig kader niet gecontinueerd wordt of onvoldoende effect heeft.
- Er overwogen wordt om een proces verbaal op te maken (in het geval van leerplicht). 
- Een vader of moeder een nieuw kindje verwacht, terwijl een ouder kind van deze ouder(s) onder toezicht (OTS) staat. 
- Een terugmelding willen doen naar aanleiding van een eerdere Jeugdbeschermingstafel.
- Er een beslissing genomen is om de OTS niet te verlengen en dit getoetst moet worden door de Raad voor de Kinderbescherming. 

De verzoekers maken hiervoor een schriftelijk verzoek tot bespreking, waarin zij beschrijven welke zorgen zij hebben en waarom het niet lukt om dit te veranderen. De aanmelder zal dit verzoek met ouders en - indien passend- het kind bespreken en hun mening en wensen opnemen in het verslag.  

Aan de Jeugdbeschermingstafel wordt, onder leiding van een onafhankelijk voorzitter, samen met ouders, de Raad voor de Kinderbescherming en betrokken hulpverlening gesproken. Jeugdigen vanaf 12 jaar krijgen de mogelijkheid om, voorafgaand aan het gesprek, apart met de leden van de Jeugdbeschermingstafel te praten over hoe het met ze gaat en wat ze nodig hebben. Het doel van het gesprek is om gezamenlijk tot een besluit te komen dat de ontwikkeling van het kind ten goede komt. 

Het gesprek met kinderen vooraf duurt maximaal een half uur en het gesprek met ouders en professionals aan de Jeugdbeschermingstafel duurt gemiddeld een uur. Tijdens dit gesprek wordt veel aandacht besteed aan de visie van ouders op de gemelde zorgen en wat zij nodig achten voor hun kind(eren) en gezin. Er wordt ingezoomd op de visieverschillen met de hulpverlening en gezocht naar openingen om hulp in het vrijwillig kader voort te kunnen zetten. 

- De hulpverlening in het vrijwillig kader is voldoende of kan met medewerking van het gezin worden aangepast om de situatie te verbeteren. Hier zullen tijdens het gesprek afspraken over gemaakt worden. Vaak gebeurt dit in overleg met de Lokale Toegang en/of in samenwerking met het Wijkteam. Hierdoor kan een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming worden afgewend. Er worden afspraken gemaakt over het vervolg en hierover wordt binnen een af te spreken termijn een schriftelijke terugkoppeling gegeven aan de Jeugdbeschermingstafel.  

- Het onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming wordt uitgesteld en de hulpverlening wordt geïntensiveerd. Er worden concrete doelen gesteld en (veiligheids)afspraken gemaakt. De betrokken verzoeker zal na enkele maanden terug melden of de gemaakte afspraken nagekomen zijn. Tijdens het gesprek wordt de termijn van terugmelding afgesproken. Wanneer binnen deze periode niet lukt de doelen te behalen of afspraken niet nagekomen worden, zal alsnog overwogen worden of een nieuw gesprek aan tafel noodzakelijk is of dat er direct een Raadsonderzoek gestart worden/of: dat de terugmelding direct doorgezet wordt naar de Raad voor de Kinderbescherming. 

- Wanneer beide hierboven genoemde uitkomsten tijdens het gesprek niet haalbaar zijn, wordt besloten dat er een onderzoek wordt gestart door de Raad voor de Kinderbescherming. Hierin wordt onderzocht of er een kinderbeschermingsmaatregel (Ondertoezichtstelling) noodzakelijk is. De Kinderrechter beslist hier uiteindelijk over. Er worden aan tafel tevens afspraken gemaakt over wie de regie heeft tot het onderzoek is afgerond en wat er tot die tijd nog ingezet kan worden. 

Ongeveer een week na het gesprek krijgen alle betrokkenen een door de Jeugdbeschermingstafel opgestelde brief met daarin een korte samenvatting van het gesprek en de situatie, het besluit, de gemaakte afspraken en de gegevens van de contactpersonen.  

In de situatie van een gesprek over het voorgenomen einde van een OTS (ondertoezichtstelling), wordt rechtstreeks door de Raad voor de Kinderbescherming aan ouders en betrokkenen gerapporteerd.  

• Ouder(s) 
• De hulpverlener die het gesprek heeft aangevraagd (verzoeker) 
• Eventueel andere hulpverlenende partijen die betrokken zijn bij uw gezin of andere professionals die kunnen meedenken 
• Een jeugdbeschermer en/of raadsonderzoeker 
• Een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming 
• De voorzitter en secretaris van de Jeugdbeschermingstafel 
• Voor jongere kinderen zijn de gespreksonderwerpen vaak nog te ingewikkeld en/of te belastend. Kinderen van twaalf jaar en ouder nodigen we, als dat passend is, ook uit. Zij krijgen de mogelijkheid om, voorafgaand aan het gesprek, individueel te spreken met de voorzitter en vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming over hoe het met ze gaat en wat zij nodig hebben.  
• Als ouders dat prettig vinden, kunnen zij iemand ter ondersteuning meenemen naar dit gesprek. Bijvoorbeeld een vriend, familielid of een hulpverlener die mee kan luisteren. Deze persoon neemt niet deel aan het gesprek en luistert enkel mee.  
• Voor het meenemen van een ondersteuner is toestemming nodig (van o.a. de andere ouder). De verzoeker inventariseert bij ouders of en wie ze mee willen nemen en legt dit voor aan de andere ouder. Wij gaan ervan uit dat de op het VTB vermelde toehoorders akkoord zijn bevonden door ouder(s). Bij geen akkoord, legt de verzoeker dit (inclusief de reden) voor aan de voorzitter. Die maakt de uiteindelijke afweging. Wij hanteren hierbij het gelijkheidsprincipe: Bij geen akkoord van een van de ouders nemen beiden geen toehoorder mee uit het eigen netwerk. 

Uitgangspunt is dat de aanwezigheid van een toehoorder het inhoudelijke gesprek met ouders niet belemmert.   

• Voor aanwezigheid van een professionele ondersteuner (bijvoorbeeld een cliëntondersteuner, Zorgbelang of juridische bijstand) is geen toestemming nodig. Wel dient bij alle partijen aan tafel bekend te zijn dat deze persoon mee komt. 

De voorzitter stelt aan het begin iedereen aan elkaar voor en legt het verloop van het gesprek uit. De verzoeker zal de reden voor het gesprek kort toelichten. Daarna krijgt iedereen aan tafel de ruimte om zijn of haar verhaal te doen. Aan de aanwezigen worden door de voorzitter en Raadsmedewerker ook vragen gesteld om de situatie zo helder mogelijk in beeld te krijgen.  

De voorzitter ziet erop toe dat alle betrokkenen hun visie kunnen delen en er respectvol met elkaar omgegaan wordt.  

Het gesprek duurt ongeveer een uur. Aan het einde van het gesprek wordt direct het besluit gedeeld en wordt onderbouwd waarom tot dit besluit is gekomen.